Maggie Rose bevestigt haar authentieke country-soul-geluid op ‘No One Gets Out Alive’
Written by Productie on 9 april 2024
Na ruim tien jaar zichzelf te hebben laten opslokken door de Nashville-machine, maakt de krachtige zangeres een prachtig eigen album.
Nashville werd ooit de ‘tienjarige stad’ genoemd, omdat dat ongeveer is hoe lang een artiest er moet doorbrengen om iets te bereiken. Maggie Rose is er al langer mee bezig. Jarenlang worstelde ze om door te breken in de reguliere countrymuziek door zichzelf aan mee te laten slepen: CMA Fest spelen in de middagzomerzon, talloze radiostations bezoeken en country-singles uitbrengen die nergens toe leidden.
Eindelijk had ze er genoeg van. In 2018 gooide Rose met haar toepasselijk getitelde LP Change the Whole Thing het roer om en begon ze de muziek te maken die ze zelf wilde. Hoewel het country-elementen behield, was het doordrenkt van soul en R&B en hielp het een nieuw publiek aan te trekken. De opvolger uit 2021, Have a Seat, bracht Rose’s geluid nog verder naar rootsy country-funk, en ze vond een onverwacht thuis bij het jambandpubliek (ze heeft met iedereen gespeeld, van Marcus King tot Devon Allman). Op Rose’s nieuwste album, het geweldige No One Gets Out Alive, bevestigt ze haar eigenheid als een van de meest succesvolle in de geschiedenis van Nashville.
No One Get Out Alive glijdt mee op goede vibes en laat een artiest zien die volledig overtuigd is van waar ze staat. “I don’t need a golden ticket to be part of the club/because I’m already in it”, zingt ze in de heerlijke uitdaging van ‘Under estimate Me’. “Anywhere I land I’ll stick it/Maybe it’s a dream, but to me I live it.”
Het helpt dat Rose zo’n dynamische stem heeft om mee te werken, en dat ze die niet langer hoeft in te passen in de parameters van een country radionummer. Ze zweeft op het titelnummer, dat opent met subtiele pianonoten en de aanmoediging van Rose om een onbevangen leven te leiden: “Buy the house, visit Rome/Wear the dress that stops the show.” Het is een opus van vijf en een halve minuut dat tot een crescendo komt wanneer de stem van Rose zich een pad baant door een Abbey Road-achtige muur van geluid.
Het album, geproduceerd door Ben Tanner, doet denken aan vintage Carole King en Joni Mitchell, en hints van Sade uit de jaren tachtig. Rose heeft ook haar eigen Crew achter zich: gitarist Sadler Vaden en drummer Chad Gamble, van Jason Isbell’s crack 400 Unit, toetsenist Peter Levin en bassist Zac Cockrell leggen de grooves neer met hulp van twee leden van Rose’s band, toetsenist Kaitlyn Connor en gitarist Kyle Lewis. Als zodanig hebben de opnames een natuurlijke kwaliteit: dit zijn muzikanten die elkaar duidelijk kennen.
Rose is op haar best op ballads als ‘Too Young’ en ‘Vanish’, maar ze staat zichzelf toe om hier en daar met overgave te rocken. De belangrijkste daarvan is ‘Dead Weight’, dat van start gaat met een Stones-achtige riff voordat Rose zichzelf begint te bevrijden van een persoon (of entiteit) die haar tegenhoudt.
Zou het Music Row kunnen zijn? Ondanks het uitbrengen van No One Gets Out Alive op het Nashville-label Big Loud Records (thuisbasis van Morgan Wallen en Hardy), klinkt Rose vrij van dat gedisciplineerde verleden. Ze is zowel bevrijd als bruisend van het leven.